Aart Dorsman

Na 13 jaar heeft Aart Dorsman zijn lidmaatschap bij De Reizende Dichters opgezegd en is hij per 2021 gastschrijver geworden.

biografie:

Op het eiland IJsselmonde te Heerjansdam geboren in 1931. Groeide op in een gezin met 5 kinderen. Creativiteit speelde een belangrijke rol in ons gezin. Ik heb de christelijke school doorlopen. Na de schooltijd ging ik werken in de bouw en volgde vele cursussen. De oorlog en de watersnood hebben in mijn leven veel te weeg gebracht. Daarna ben ik gaan schrijven. Tussen door ook gedichten gemaakt. Ben van 2007 tot 2020 lid van De Reizende Dichters geweest. Ik las een advertentie in een streekblad met het verzoek “wie dicht mee”, over het wel en wee van Flakkee. Stuurde mijn gedicht naar de redactie die toen bestond uit Yvonne Broeren, Corrie Huijer, Niels Snoek en Els van Wageningen. Mijn gedicht van toen was: “Eeuwen geleden was Flakkee met water in delen”. Verder dicht ik over dingen die mensen raakt, hoop geeft en verdriet vermindert. En hoop gezien mijn leeftijd zo een bijdrage met poëtische woorden voor De Reizende Dichters aan te mogen leveren.

gedichten:

Strijd der Eeuwen

Eeuwen geleden was Flakkee met water in delen.
de zee had vrijspel, tegen duinen en wallen.
daar moest voor gevochten, een ieder deed mee.
om stromen te dempen viel toen nog niet mee.

maar met stoere mannen werden er dammen gelegd.
immers het water is onze vijand werd toen al gezegd.
toen dijken gereed waren, om het zeewater te keren.
was er vreugde, voor een moedige strijd.

en konden de dijken, de stormen doorstaan.
zo ontstonden vruchtbare akkers gewonnen uit zee.
het wuivende riet, het golvende graan.
konijnen, herten en koeien op de slikken.

ontsluiting van wegen en paden, dammen en bruggen.
bracht ons welvaart tot heden toe.
eens doorbraken de dijken, met heel veel kracht.
toen zag men de veerkracht en wonderlijke nacht.

Stem

Lang vervlogen tijden
die als sporen in het zand verdwijnen
aaneen gesmolten als draden
het vergaan van jouw beeld
nog hoor ik je stem
alles overspoeld door de zee
nu weet ik wat jij eens hebt bedoeld

Overwinning

Als je het even niet ziet zitten
en het verdriet niet verwerken kan
de zon in je leven ondergaat
sluipt duisternis zo binnen
dan vallen de dagen zwaar

hulpeloos geworden handen
worden gebonden, vragen om meer
als het morgenlicht aanbreekt
voel ik mij door engelen gedragen
vloeit alle verdriet op zijn plaats
ik leef

Snarenspel

Indien de muziek, woordeloos taal voor U is
dan laat ik de zachte klanken
na ruisen in je oren
zo vloeit de melodie
uit mijn snaren speeltuig dat de trilling
dan mogen doorklinken
in uw hart

Ochtendgloren

hij ademt vrijuit
in de schepping der natuur
bomen in herfsttooi gehuld
hij fietst in een polderland
kijkt in de wereld van
slechts een klein deel
boven hem het wolkendek
in kleuren gehuld
langs omgeploegde aarde
vervolgt zijn weg alleen
genietend van de natuur

toveren, blijheid, broodtrommel en schillenboer

zoals vroeger wordt het nooit meer

Hans woonde in een dorp dat ingeklemd lag tussen de rivieren de Maas en de Waal. Een lintdorp met straten als Rozenlaan de Develpark. De dagelijkse dingen van het dorp in beeld gebracht. De dokter reed op een motorfiets voor een bezoek aan zijn patiënten. Hans mocht eens mee met de kolenboer in zijn T-Ford. Maar eer het avond was zag hij zo zwart als de kolenboer zelf. Die dag bezorgden ze in de Rozenlaan klanten. Daarvoor moesten ze linksaf. Daar trok Hans aan een kettinkje en toverde zo een oranje arm te voorschijn. Ook zagen ze onderweg de schillenboer met zijn hondenkar. In die tijd waren grote gezinnen in de Rozenlaan. Hij haalde daar veel op voor zijn veestapel.
Velen hadden geen werk. Het was een hard bestaan. Voor wie wel werk had moest de broodtrommel op tafel. Moeder sneed voor vader en Hans twintig sneden brood. Die gingen in de knijverzak met een kruik koude thee. Zij gingen naar de boer en deden hun werk met tevredenheid.

Hulp geboden door zoon Bart

Mensen in nood
hem moeten loslaten
daar gaat hij
voor de zoveelste keer
het is zijn roeping
niet zonder gevaar
dan komen tranen
komt hij nog terug
zo gaan de dagen
biddend om kracht
voor al het goede
rust en vrede in het hart

dan kan hij gaan
voor de mens in nood
die op hem wacht

Mijn kind Willie

een mooie glimlach
die je onwetend gaf
zo klein als je was
nooit zal ik vergeten
hoe bijzonder die lach

dromend zie ik je nog
alsof je arendsvleugels had
zo vloog je weg hoger en hoger
de wind voerde je mee
tot ik je niet meer zag

nu zie ik je weer
als of je vleugellam was
zacht daalde op mij af
met die mooie glimlach
die ik niet vergeten zal

Reacties zijn gesloten.