Naar aanleiding van
Wereld Alzheimer Dag, jaarlijks op 21 september, is een initiatief van de overkoepelende organisatie Alzheimer’s Disease International (ADI). Op of rond deze dag wordt in heel de wereld aandacht gevraagd voor de ziekte dementie en de impact van deze ziekte voor de persoon zelf en voor zijn/haar naasten.
Alzheimer Nederland vraagt rondom Wereld Alzheimer Dag via de landelijke media aandacht voor dementie. Daarnaast organiseren de 51 regionale afdelingen van Alzheimer Nederland allerlei activiteiten, vaak voor een breed publiek.
Het thema van Wereld Alzheimer Dag 2015 is de Dementievriendelijke Samenleving
volgen hier enkele bijdragen
Achter gesloten deuren
Het lakentje glad gestreken
streelt ze haar pop
kom liefje we gaan
door de lange gang
krijgt het kinderwagentje een schop
zij blijft bij de voordeur staan
wacht en wacht
trekt steeds harder aan de knop
zij willen ons weer niet zien
boos draait ze zich om
kom liefje kom
we gaan nooit meer
maar ach
de andere dag
ze staat er weer.
Frouke Bienefelt september 2015
Een helder moment
Je weet waar je nu bent.
Even later val je
weer terug
in het grijze gebied van:
‘ik weet het niet’.
Els van Wageningen
Iedere week
Iedere week zegt zij:
Het is daar heel gezellig he.
Ja, zeg ik, je kent daar iedereen
van vroeger.
Wij gaan op weg en altijd
op dezelfde plek zegt zij:
Zullen we hier oversteken?
Daarna wordt het een vreemde weg voor haar.
Zij vertelt mij iedere week over haar zorgen,
haar angsten, maar
steeds korter.
In de hal van het verzorgingshuis kijkt zij bezorgd tot
zij in de zaal weer de bekende mensen ziet.
Ik zie de blijdschap in haar ogen.
Niet nadenken, geen vertwijfelde blikken,
hier zijn mensen die zij kent.
Praten over hun jeugd, ouders, broers en zussen.
Iedere week ontspannen lachen.
Als we naar huis lopen zegt zij:
Het is daar heel gezellig he,
wie waren er nog meer?
Ik noem hun namen en zij zegt:
Jammer dat ik hen niet heb gezien.
Het huilt zachtjes in mij.
Thuis kijkt zij in haar dagagenda en leest:
Gerda komt vandaag om 13.30,
we gaan naar de welfare
Zij zegt: het is daar heel gezellig he,
gaan we daar een keer naar toe?
Ik zeg: volgende week en
schrijf het op in haar agenda,
bij de volgende week, naast mijn foto:
Gerda komt vandaag om 13.30,
we gaan naar de welfare.
Iedere week hoop ik dat zij mij nog kent.
Gerda Boevé
loslaten
ik jij ik jij
gelaten later laat
gelost losser los
lost in paradise
ik laat jou los
jij …
Niels Snoek
Verloren aan Dementie
haar bezorgdheid
klaarstaan bij ziekte
oppassen op mijn kind
logeeradres voor de hond
na het werk even op de koffie
vaak mee blijven eten
deze moeder ben ik kwijt
vaak verward
kwaaltjes die haar plagen
wonen in eigen huis
lukte niet meer
regie kwijt
deze moeder gekregen
moeilijk voor mij als kind
ik ben er voor haar
maar heb niet gekozen
voor deze moeder
blijf van haar houden
maar het verlangen blijft
naar de moeder
die voor MIJ moeder was
Magda Haan
Zij
In het licht van de avondzon
loopt zij van de winkel naar huis
Lang wegblijven kan zij niet
gedachten zijn sneller dan haar voeten
Hoe zal zij hem dadelijk vinden
in elkaar gezakt naast de rollator
met zijn broek op zijn knieën
Wat kunnen haar handen dan nog
Zelfs de lichtste boodschappen
zijn zwaar, de trap hoog,
de sleutel omdraaien lastig
en zijn gepraat …
Blijft er voor haar nog wat over
als hij er niet meer is
Dan ziet zij hem voor zich
als jonge vader van hun kinderen
Een glimlach vormt zich
op haar vermoeide gezicht
en terwijl zij de deur opent
roept ze al: Ik ben er weer!
Niels Snoek
Onze Bovenkamer
we noemen het ook wel eens
onze bovenkamer, ons brein
opgeslagen, gedownload
herinneringen
verdrietig en fijn
mechanisch, een wonder
iets naar boven roepen
na lange tijd
heel bijzonder
Slijtage noemen we “Dementie”
hier en daar wat gaatjes
Uploaden helpt niet meer
de harde schijf is stuk
terug naar de basisgegevens
“Kinder-geluk”
Magda Haan
Wij staan stil
Wij staan stil
op de houten brug
het water zwart en rimpelloos
Ik wijs jou
op de nog frisse els
en de fitis die jaagt op insecten
het beeld is klein
zoals heel jouw wereld
langzaam aan het krimpen is
in een tuin
groeit groen witlofblad
jij herkent het nog van vroeger
eenmaal binnen
op je plekje bij het raam
valt afscheid nemen ons zwaar
droge tranen
na het meedogenloze besef
nooit meer lopen, slikken en praten
jij lijkt het
uit te willen schreeuwen
neem mij mee
neem mij mee
naar huis
Tino van Kampen
Een grote zaal
De donna’s van Dementia,
die trekken volle zalen,
soms mooie ogen, in
een verwoest gezicht, of
vriendelijk dik,
gegorgel in de kelen,
weinig haar, hard gekreun,
thee met een beschuitje,
het been dat er niet meer is,
doet zeer,
rondspringende kikkers,
onder de bedden,
iedere gebeurtenis is een afleiding,
beleef de stilte,
binnen in je,
gedachten en emoties, die
opkomen, en
weer de zaal verlaten,
je verstand is geslepen en kent trucjes, om je te verleiden, en je gevangen te houden, in je onbewustheid, Geertrui is er ook, ze is in de greep van haar rusteloze verstand, in de ban van het denken, mentaal denken geeft lawaai, je zal maar op vreemden zijn aangewezen, de vrouwen vinden geen geluk, zelfs niet in het veranderen van hun eigen ik, stop het innerlijk verzet, en zie, je problemen verdampen, verbeter jezelf is jezelf kwellen, of geweld aandoen, kijk diep in je onrust, en je vindt slechts vrede, ze wordt wakker, waar ben ik ?
Van de twintig vrouwen
kunnen er nog negen opstaan,
met z’n 2-en, 1 wasbak, in
de grote zaal,
ze komen dichter naar elkaar, in
het voorportaal van de dood,
ze zien de dood als reisgenoot.
Ben F. Wesdijk
Het denken
Het geheugen laat me niet gaan,
het zit los,
achterin,
hangt nog een draadje, met
wijsheden, van
vergeten is beter,
wachtwoorden,
de voornaam van Alzheimer,
afgetapte hersengolven,
geen activiteiten in het grijze,
het feest vergeten,
iconisch denken,
zonder beelden,
semantisch trillen,
zonder persoon,
episodisch wachten,
zonder tijdstip, of
plaats delict,
lang vervlogen,
termijn,
lang of kort,
vergeten is vergeten,
ben vergeten het op te schrijven,
dan maar de letters in de soep,
zo krijg je toch nog wat binnen.
Ben F. Wesdijk
DEMENT
Ze heeft hen gedragen
onder haar hart,
ze weet het zich niet
te herinneren.
Verward
zegt ze zuster,
mevrouw en
meneer tegen
haar grote,
verdrietige
kinderen.
Alleen die ene,
hij staat haar zo na,
hem moest ze ‘t meest
verwennen.
Hij meent zeker te
weten dat ze hem,
oudste zoon,
moeiteloos zal
herkennen.
Op bezoek,
hij voert haar vanillevla,
zegt ze dankbaar,
‘smaakt lekker,
pa’.
Tannie van Eck