Snelgedicht door Lowie van Eck
Voordat het programma is begonnen ben ik al gestart.
Stoelen sjouwen,
Handjes schudden
en wachten op een volle zaal.
Welkom, als mede organisator ben ik blij dat u er bent.
Maar nu is het tijd voor mijn andere pet: Sneldichter.
Toch wel gek om een samenvatting te geven van een programma dat ik zelf heb samengesteld.
Tien minuten voordat Herman de aandacht trekt worden wij melodisch verwend.
Zoals de meeste hier weten is de saxofoon voor mij een bekend geluid,
een instrument dat ik jaren heb bespeeld.
Ondertussen heb ik geregeld dat gastdichter Jaap verbonden is met het World Wide Web,
zodat hij zijn gedichten uit de lucht kan vissen.
Kort hierna kondigt Herman Catherine aan als eerste dichter.
Naast Jaap heeft ook zij problemen met het internet.
Zo schijnt dat een muis de WiFi code heeft ingeslikt,
Als eerste gastdichter introduceert Jaap Leiden.
Ook daar is hij veel kwijt.
Ik noteer: Het huisje van Rembrandt,
gestolen fietsen
en haar wereldgeschiedenis.
Na zijn voordracht denk ik bij Leiden aan vrijende pubers,
en heb ik het vermoeden dat zijn moeder een breimachine had.
Een breimachine brei, maar Herman doet het liever met naalden.
We komen weer tot rust met woorden van Frouke over balans en stil… staand water.
Laten we iedereen welkom laten voelen!
De muzikale mopjes waren wel wat verwarrend voor Herman.
Ook Cora vertelt bij het presenteren van de o-o-go een mopje: een schaatser die een scheve schaats rijdt.
Niels brengt een ode aan boekjes, dichters en schrijvers in een hoekje,
het boekje dat hij hiervan gemaakt heeft vindt u gratis of voor €5.- in dat hoekje.
Als reiziger past Jelmer goed bij ons programma.
In zijn verhaal wil hij weg maar we weten nog steeds niet waar de bus vertrekt.
Ondanks het slechte OV hebben ze geen problemen met Internet in India. We kunnen Mister Radha altijd mailen.
Via een dure omweg komt hij gelukkig op zijn eindbestemming.
Na de pauze gaan we door met een oude bekende. Zo vertelt Herman dat haar reis vanuit het Achterhoekje wel vlekkeloos is verlopen. Na deze vier uur durende reis vindt Herman dat ze een extra gedicht mag voordragen.
Herman mist de zandloper niet maar als organisator zie ik dat we uitlopen.
Maar dit heeft onze presentator niet door. Ziet hij mij over het hoofd?
Magda heeft geen invalshoekjes ontdekt maar gelukkig zijn de schoenmaker en de bibliotheek om de hoek. Wel weet ze zeker dat ze de druif met pit laat liggen.
Naast de samenstelling blijkt ook de naam verwarrend. Tijd voor een borrel?
Eerst nog muziek en gastdichter Joz.
Mensen die mij vaker hebben zien voordragen weten dat ik vaak mijn moeder erbij betrek.
Moeders! wat mooi he, ik moest ook denken aan dat concert van Kyteman.
Moeten we vaker doen.
Gelukkig hangen de schilderijen nog aan de muur.
Gelukkig is het regenachtige dag,
voor een minder mooi gedicht.
Ik heb weer genoten van je eigenzinnigheid Joz.
En nu kondigt Herman mij dan toch aan, de Stadsdichter.
Het was een fijne middag.
Deze middag was geen spiegelbeeld van de dichters, maar een ander dimensie.
Dankjewel!
luisterend publiek