Krachtig en teder tegelijk
staan bomen in een lange rij
hun lint slingert door lenteland
langs mijn ogen; snel gaat de trein.
Het lijkt wel of zij hand in hand
voorbij gaan maar dit beeld houdt stand
heeft op mijn netvlies zich ingebrand,
hun groene kracht blijft mij verblijden.
Lente loopt op zijn laatste benen,
zomer haalt haar in en dan is zij verdwenen.
Seizoenen rijgen zich aaneen
en immer gaan treinen ergens heen.
Zo reis ik door mijn levenstijden
en als mijn dagen zich vergrijzen
blijven bomen met mij reizen
tot voorbij de overkant.
Vught, 29 mei 2016
Mari-Anne van Oortmerssen