Van de redactie
Dromen van mooie zomers
Hè getfer! Er zit iemand aan mijn neus! Dat kan toch niet? Opnieuw voel ik het. Wat is dat nu? Ik kijk in de ogen van een zevenjarig ventje, schat ik. En lachen dat hij doet! Met een grassprietje wrijft hij over mijn neus. “Ik heb u wakker gemaakt, want u snurkte zo hard! Iedereen kon het horen!”, zegt hij. En opeens weet ik weer waar ik ben. Was even op het bankje op de dijk gaan zitten, vlakbij bij de sluis. Het is zulk mooi zomerweer! Even verderop zie ik een man zitten aan het havenkanaal, hij is aan het vissen. Hij heeft er een goede dag weer voor uitgezocht.
Toen ik even wilde uitpuffen op dat bankje schoten herinneringen door me heen, hoe ik op deze locatie heerlijk heb gezwommen, waar mijn broer bijna verdronken is, waar het zo gezellig was met vrienden en vriendinnen aan de waterkant. Waar we onze meegebrachte boterhammen opaten, waar we onze transistorradio aanzetten om de Top 40 te volgen, heerlijke jaren waren dat! Onbezorgd en laat alles maar waaien. Dat deden we dan ook, uitbundig, telkens weer. Fijn hoor, om weer eens te dromen van die mooie zomers die we beleefden.
In dit nummer o-o-go 39 beleeft Tino van Kampen ook een droom, die van zijn vriend, een groot wielerliefhebber en dan met name in België, het wielerland bij uitstek. Tino reed de tochten na en droomde zo van vroeger, dat hij uiteindelijk in zijn verhaal schrijft, dat zijn vriend is meegevlogen tijdens zijn rit door het land van onze zuiderburen. Wat heerlijk, dat je dromen uit het verleden opnieuw kan beleven en dan ook nog eens in de zomer, de tijd waar iemand je wel eens bij de neus kan nemen!
Cora de Boed