ochtendsymfonie
vergeet ik niet de klaprozen te noemen
in tuin, de berm, rondom het graf
en als het moet, nee moet, maar mag
al het in vele toonaard zoemen
van voorjaar vol met warme dagen
waarin de huid al bruinen wil
laat het maar gaan en zit maar stil
geniet nu zonder veel te zeggen of te vragen
de tijd slijt alle vormen toch wel zwart
je plaats is onbelangrijk maar wel hier
alleen oneindig kent, je weet het, geen begin
in het geheel verschuilen kwart en part
ik zet mijn oog op scherp, kijk door een kier
doorgrond de klaproos binnenin
Niels Snoek