Ria van der Linde-Pollemans
Voet of Kraagweg 11
3235 LL – Rockanje
duinen3@hetnet.nl
Tel. 0623241700
biografie
Mijn wieg stond in Oude-Tonge, ik ben midden in de oorlog geboren als zesde kind in het gezin Pollemans.
Daar heb ik tot mijn trouwen gewoond daarna naar ‘de overkant’ verhuisd.
Mijn droom om kapster te worden werd na twee jaar scholing werkelijkheid.
Het schrijven van korte verhalen en gedichten werd een hobby.
In een verhaal of gedicht kan men zoveel kwijt, heerlijk om te doen.
Op een gegeven moment maakte ik kennis met De Reizende Dichters en in 2024 werd ik er ook één.
De inspiratiemiddagen zijn plezierig en ondersteunend, ik leer bepaalde technieken om mijn verhalen en gedichten leuker op te schrijven.
bibliografie
“een kindje erbij … maar hoe”
Dit boek heb ik in eigen beheer uit gegeven.
Het schilderij op de voorkant is door mij geschilderd.
“in de nacht kwam het water”
Dit boek is uit gegeven door Boekscout.
Op vrijdag 11 augustus 2023 in het watersnoodmuseum gepresenteerd.
Het eerst exemplaar is uitgereikt aan de wethouder van Cultuur van het eiland Goeree Overflakkee
de heer Jaap-Willem Eijkenduijn. Het boek is opgenomen in de koninklijke bibliotheek van Nederland en België als cultureel erfgoed.
gedichten
Flakkee
Flakkee omringd door water
Veilig voor de overkanters
Eiland van landbouw, veeteelt en visserij
Flakkee waar ieder elkaar kende
Een helpende hand toestak
Waar ik nog op klompen liep
En knikkerde op het zandpad.
Flakkee dat men nooit verliet
Eens een eilander altijd een eilander
Flakkee mijn mooie eiland
Voor mij toch te benauwd
De roep van de overkant
Ik kwam er nooit
Nooit met de boot
Daar komt niets goeds vandaan
Mijn droom maar weggelegd
Flakkee met zijn landerijen
Vervoer van gewassen per boot
Zoveel tijd verloren zoveel energie
Geroep van boeren om een brug
Flakkee halen uit zijn isolement
Dat woord wat niemand kent
De roep is groot, de wens groeit
Jeugd wil zich ontvouwen
Flakkee waar eilanders protest klinkt
Wat met de natuur, wat met de overkanters
Niet te verstaan die lui, verdorvenheid
Toch wordt de brug een feit
Flakkee de oeververbinding is daar
Juli negentienhonderd vierenzestig geopend
Flakkee mijn eiland is ontsloten
Mijn droom werd waar
§
Zeewind
een donkere nacht
storm werd voorspeld
de ramen kletterden
wij kinderen zijn stil
een roep, iedereen ontwaakt
de harde kreet die raakt
sterke wind uit zee
met torenhoge golven
zeewind giert over de daken
naar buiten op de dijk
stap voor stap naar veiligheid
golven die ons slaan
zeewind verandert in storm
geen dijk meer te zien
waar is die heen
het water slokt alles op
angstig lopen wij kinderen
houden elkaars hand stevig vast
het koude water tot ons middel
in de storm die als
zeewind begon
§
Afscheid
je voelde de vermoeidheid
je gaf er niet aan toe
je wilde leven
je was steeds zo moe
vaak was ik bij jou
wij praatten over later
later, dat voor jou
er bijna was
het lichaam was op
je geest aan het dwalen
er kwamen rare verhalen
we kregen bijna geen contact
je rookte en dronk
je kon dat niet laten
je zei, of ik nu ga of later
je wilde gewoon leven