Spoorlaan 23
5261 SC Vught
vanoortmerssen@ziggo.nl
Biografie
Als ‘Overkanter’ ben ik in 1948 in Dirksland gearriveerd samen met mijn ouders. Daar heb ik een broer en drie zussen gekregen.
Na mijn schooltijd ben ik van ‘Het Eiland’ afgegaan om ‘verder te leren’. Het werd Den Haag voor de diëtisten opleiding.
Dat vak heb ik enige jaren beoefend totdat er kinderen kwamen.
Met mijn gezin ben ik uiteindelijk in Vught terecht gekomen.
Na mijn echtscheiding ben ik mijn creatieve kanten gaan ontwikkelen: kalligraferen, gedichten maken, mandala tekenen, marmermozaïeken maken, speksteen bewerken, naïef schilderen.
Het is nu enige jaren geleden dat ik in contact kwam met De Reizende Dichters, dit tot mijn grote genoegen.
Een hele tijd heb ik deel uitgemaakt van de haikumailgroep van deze club enthousiaste mensen.
Ik lees nu trouw ‘het gedicht van de week’ en volg de activiteiten van de club via internet. Af en toe stuur ik een bijdrage, in dichtvorm of prozavorm, in. Heel leuk vind ik het om dat af en toe in het Flakkeese,
lees ‘Dirkslandse’, dialect te doen.
Murjan
Anno Domini 1948 in Dirksland gepoot
wier ik langzaem, langzaem groot
en leerde toch Flakkees te praeten
hoewel mijn moeder dat verbood.
Goed Nederlangks dat most je lere
en dat zee ze me wel duzend kere.
Op schole bin ‘k vaek op m’n bek gegaen
wangkt m’n Flakkees was soms niet te verstaen.
“Eind goed, al goed” ken je wel zegge
wangkt ik hoef niet uut te legge
dat ’t Flakkees m’n hart heit gekonfiskeerd
en daddik nooit goed Nederlands hâ geleerd.
Dus zeg ik noe, geheel kontent:
“Ik bin blieje mit m’n Flakkeese aksent!”
senryu
begrip ontvangen
is gelijk water krijgen
op een woestijnreis
Kostbaar moment
Het is in die ene vonk
die schittering op het water
de zeepbel die naar de hemel reikt
de geur van een lavendelveld
het ogenblik van herkenning
dat eeuwigheid je ziel aanraakt.
Zeepbellen
Zeepbellen spatten uiteen
kleurige dromen verdwijnen
zoals zij zijn gekomen
één voor één.
De vreugde ligt in ’t blazen,
het vangen van de kleuren
die mensen klein of groot
betoverend verbazen.
Ach, zeepbellen vertellen
een wondere wereld
die ergens moet zijn
voor mensen groot of klein
wonderwel in het zeepbellenspel.
Dichterbij
Je komt een beetje dichterbij
als ik jouw liedjes hoor of zing
dan voelt mijn hart heel even
jouw nabijheid, jouw betovering.
Je komt een tel dicht naast mij staan
als was je nog niet overgegaan,
mijn hart begint te zingen
zoals jij altijd zong voor mij.
De liedjes over liefde
vandaag in solopartij,
maar even, toch heel even
ben jij er echt voor mij.
Als ik je nu opbel
Pingelinge linge, ling ling ling
zomaar een liedje
wat ik zing, zing, zing
in m’n dooie uppie
asjemenou, nou, nou
omdat ik van het leven
zoveel hou, hou, hou.
Als ik je nu opbel
zing je mee, mee, mee
maken we een dansje
hollikidee, dee, dee
zet je zorgen toch op zij, zij, zij
vandaag schijnt het zonnetje
voor jou en mij, mij, mij.
Eerbiedig
De meeste preken
zijn aan mij voorbij gegaan,
alleen de zegen
heeft mij altijd goed gedaan.
O Heer, vergeet de zegen niet,
schenk mij die toch
in mijn vergeetvergiet.
Haiku
de wereld is wit
de dichter schrijft zwart op wit
hoe stil is het wit