Adrianus Goekoop, 1783-1865
Van Adrianus Goekoop, in 1783 geboren te Goedereede, is een werkje verschenen over de vraag of de waterspiegel en de beddingen van de Nederlandse rivieren moeten worden verhoogd of niet. Dit vloeide voort uit zijn werk als waterstaatsinspecteur.
Goekoop ging als 17-jarige al zijn vader, ‘opzichter van ’s lands werken op Goedereede’, assisteren. Onder zijn toezicht viel de aanleg van drie nieuwe dammen aan de noordzijde van Goeree. Later was hij betrokken bij de bouw van het droogdok in Hellevoetsluis, onder leiding van Jan Blanken, en de Lingewerken, die nodig waren na de watersnood van 1809. Als ingénieur des ponts et chaussées werkte Goekoop weer tijdelijk op Goeree-Overflakkee. Na de Franse tijd kreeg hij als hoofdingenieur een steeds groter rayon onder zijn beheer: eerst alleen Noord-Brabant, later Noord-Brabant, Limburg, Antwerpen en de beide Vlaanderens, na de Belgische Opstand de helft van Nederland (noordelijke en oostelijke provincies) en – als waarnemer – zelf enige tijd het hele land. Hij stierf in 1865 in Den Haag.
Zijn werkje over de waterspiegel en beddingen van de Nederlandse rivieren, gebaseerd op onderzoek in de jaren 1772 tot 1840, leverde nogal wat kritiek van vakgenoten op. Goekoop concludeerde dat het verhogen van de beddingen niet goed was. Veel collega’s vonden dat dit wél moest.