biografie
Oude-Tonge 1826 – Parijs 1896
Alettus Johannes Anemaet, blijkens bronnen ook wel Let genoemd, heeft veel van de wereld gezien en bewoog zich in kringen waar de rest van zijn familie zich waarschijnlijk geen voorstelling bij kon maken.
Als tweede zoon van notaris/burgemeester Cornelis Anemaet kwam Alettus Johannes in 1826 ter wereld in het oude ambachtsherenhuis aan de Voorstraat in Oude-Tonge. Hij zal de dorpsschool doorlopen hebben en toen elders verder onderwijs genoten hebben (bij de volkstelling van 1839 woonden hij en zijn oudere broer niet in Oude-Tonge). Eind jaren veertig werkte hij op de secretarie van Oude-Tonge, net als zijn broer. Maar toen veranderde de situatie. De combinatie notaris-burgemeester werd bij wet verboden, vader koos notaris te blijven en zoon Simon Eland werd burgemeester. Kort daarop stierf de vader, er bleken nogal wat schulden en het hele gezin werd uit elkaar geslagen. Alettus ging via Sommelsdijk (werkte daar mogelijk bij zijn oom, notaris Anemaet) en Zierikzee (waar hij in 1852 te boek stond als kandidaat–notaris) naar Bergen op Zoom (de nieuwe woonplaats van zijn moeder en zus).
Vervolgens vertrok hij omstreeks 1854 naar Nederlands-Indië. Daar, in Soerabaja, werd hij ondernemer-investeerder, partner van handelskantoren, voorzitter van de Kamer van Koophandel, initiatiefnemer voor de aanleg van een stadspark, deelnemer in een suikeronderneming. Hij hield ogen en oren open voor iedereen en alles, wat blijkt uit zijn brieven.
Waarschijnlijk tijdens een Europees verlof ontmoette hij in Zwitserland Emilie Eugenie Benigne Krausé, met wie hij in 1865 trouwde. Een jaar later werd hun enige kind, Cornelis Pieter (“Corry”), geboren. Welke indruk zij maakten in de Nederlandse kolonie van Soerabaja lezen we in een brief van een nichtje van de schrijver Multatuli 2): Zij was gouvernante en schreef in 1868: “Mijn adres is hier bij den heer Anemaet, die eene pleegdochter heeft voor wiens onderwijs hij eene gouvernante verlangde. Vroeger was zijne tegenwoordige vrouw hier in die betrekking. Deze dame is te Petersburg geboren, had een Duitscher tot vader, eene Poolsche moeder en is in Zwitserland opgevoed te Lausanne. Later bragt ze een tijd in Engeland door, en ze spreekt Fransch, Engelsch en Duitsch zeer zuiver. … De dame is zeer beschaafd, maar ik voel weinig sympatie voor haar. … De heer Anemaet is a gentleman van top tot teen, beleefd en welwillend en zeer een homme du monde. Het huisgezin hier is zeer Europeesch, en ik mis er geheel die kale bluf welke me in vele parvenus van Java zoo stuitte …”.
Ook de schrijver/journalist Busken Huet kwam langs bij de familie Anemaet en was zeer te spreken: “Die dame [mevr. Anemaet] is stelling de elegantste en fashionableste jonge vrouw, die ik in Indie nog ontmoet heb: eer groot dan klein, wat blond en wat bleek, met een delicaat voorkomen, en bijzonder goed gekleed. Bij Anemaet aan huis is alles, zonder somptueus te zijn, zeer bevallig ingerigt”. 3)
Omstreeks 1876 vertrok het gezin uit Indië, mede vanwege de gezondheid van mevrouw Anemaet. Ze verbleven aanvankelijk, net zoals bij eerdere verlofperioden, in chique hotels in Nice of Montreux. Maar ook stonden Alettus, Emilie en Cornelis enige tijd ingeschreven als inwoners van Oude-Tonge. Het is niet waarschijnlijk dat mevrouw Anemaet zich daar thuis gevoeld heeft! Uiteindelijk vestigden zij zich aan de Boulevard Haussmann in Parijs. Alettus kreeg een functie als directeur van een verificatiebureau en bemoeide zich met de Franse en Nederlandse politiek.
bibliografie
Er zijn enkele brochures van hem bekend over het Nederlandse belastingsysteem, de kiesrechtkwestie en de protectie van de suikercultuur op Java.
Anoniem schreef hij een roman(netje) (‘Silvia’, 1881, melodrama over onder meer huwelijksbeloften, noodlottige misverstanden en ongehuwde moeder, waarin aan het eind allemaal goed komt) en een toneelstuk (‘Les Envies’, 1889). Van Anemaet is verder het verhaal ‘Glimlachjes, zuchten, vloeken en tranen’ bekend. Het staat in het in 1850 uitgegeven tweede deel van ‘Europa, Verzameling in- en uitlandsche lettervruchten, ter bevordering van wereldkennis en aangenaam onderhoud’.
Dit is de link naar het artikel van Anemaet uit 1850, een jeugdwerk.
https://books.google.nl/books?id=8utTAAAAcAAJ&printsec=frontcover&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false