Cornelis van Velsen

biografie

Cornelis van Velsen (1696 – 1752) was predikant en hoogleraar. Hij schreef diverse theologische werken. De in Ouddorp geboren Van Velsen leerde Grieks en Latijn aan de Latijnse school in Brielle. Hij promoveerde naar de academie na het houden van een Latijnse rede, die ook is uitgegeven, en bezocht de hogeschool in Leiden. Vervolgens werd hij predikant in Ede en niet lang daarna Groningen. Daar werkte hij ook aan de universiteit, onder andere als rector magnificus.

bibliografie

Hij schreef onder andere predicatiën en leerredenen, zoals twee Landtdags-Predikatiën (1746) en Kerkelijke Redevoeringen of verzamelingen van XXV Predicatiën (1758) in twee delen. Deze predicatiën werden afzonderlijk verkocht. Voorts onder meer: Een geestelijk mensch in VII predikatien (1739) en Een geloovig mensch in VII predikatien (1739).

In zijn geschriften legt Van Velsen vaak een verbinding tussen (historische) gebeurtenissen en passages uit de Bijbel. Bijvoorbeeld (men hield destijds van lange titels): Des Heeren hart, om zijn volk te redden, in een predicatie over Psalm LXXXI, vs. 14 en 15, bij gelegentheid van de Inneeming der sterke vesting Bergen op Zoom, door de Fransen, den 10den Sept. (1747), Jehova’s sterkte aan Nederlands volk, door de prince van Oranje en Nassauw in vorige dagen, en in dit jaar 1747 door de verheffing van Zijn Doorluchtige Hoogheid Willem Karel Hendrik Friso, tot Stadhouder, Capitein en Admiraal Generaal van de VII vereeuigde Provintiën, in eene predikatie over 2 Chron. XVI vs. 9. (1747), Gedenk- en Dankreden over de oprichting van Nederlands gereformeerde republiek der VII Provintien ender de Roomsgezinde Koningen van Spanje, en de Heeren Staaten der VII Provintien van Nederland, sedert 1506 tot 1609 en over deszelfs bevestiging door het bestant van Antwerpen 1609 en wel bijzonder door de Munstersche vreede, gesloten 1648, en een verklaring en toepassing over Deutern. XXXIII. vs. 29, gedaan te Groningen, den 26sten Mey 1748 (1748). Een bundel leerredenen bevat een rede over de Goddelijke bewaring en redding van Nederlands republiek, zedert de Westphaatsche vreede van 1648 tot op den oorlog met Vrankrijk, begonnen 1741, uijt Psalm LXXX: vs. 9 tot 12 (1740).

Reacties zijn gesloten.