Hendrik Cornelis Landheer, 1914-2008
Landheer, telg uit het molenaarsgeslacht in Ooltgensplaat, was taal- en letterkundige. Na de lagere school in zijn geboorteplaats en de hbs in Middelharnis, studeerde hij in Leiden en werd hij leraar Nederlands in Middelburg, Breda en Gorcum.
In 1951 promoveerde Landheer op het proefschrift Klank- en vormleer van het Dialect van Overflakkee. Dagblad Trouw schreef: “Zelden komt een promotie voor, waarbij het dialect als onderwerp is gekozen. Deze studie is ingewikkelder dan de moderne talen. Namens de Culturele Commissie van de Flakkeese Gemeenschap was aanwezig burgemeester Chr. van Hofwegen uit Nieuwe-Tonge. Onder de talrijke telegrafische gelukwensen was er een van burgemeester Rijnders uit Middelharnis, in zijn kwaliteit als voorzitter der Flakkeese Gemeenschap.”
In 1955 verscheen de uitgebreide, in het proefschrift al aangekondigde, handelseditie: Het Dialect van Overflakkee. Met een vocabularium. Deze uitgave was mogelijk gemaakt door royale financiële ondersteuning van onder meer de stichting ‘De Flakkeesche Gemeenschap’ en het Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree en Overflakkee. Dit boek is veel dikker dan het proefschrift. Nieuw zijn de paragrafen over bijwoorden en voorzetsels, de hoofdstukken syntaxis en de plaatsbepaling van het Flakkees binnen de omringende dialecten en het vocabularium. Er is bijvoorbeeld aandacht voor de Brabantse invloed op het Flakkees.
Tot slot schreef Landheer met archivaris A.J. Busch een boek over de geschiedenis van het klassiek onderwijs in Gorinchem: Latijnse School en Gymnasium: Klassiek onderwijs in Gorinchem vanaf 1600 (1983).