Hoewel je toch mag verwachten dat schippers kunnen zwemmen, is dat in mijn geval een totaal verkeerde veronderstelling.
Wél kwam ik natuurlijk al heel jong in aanraking met het (gevaarlijke) water. Maar daar was ik totaal niet bang voor. Het boezemde mij in het geheel geen angst in. Waarschijnlijk omdat dat gewoon bij onze manier van leven behoorde.
Het probleem was, dat ik niet, net zoals andere kinderen op school verplicht zwemles kreeg. Om te beginnen verhuisde ik daarvoor te vaak van de ene school naar de andere en we konden nooit te lang ergens blijven.
Het schip moest varen en haar vracht brengen van de ene plaats naar de andere, waardoor wij kinderen slechts van de passerende schippersscholen een map meekregen met huiswerk dat op de schippersschool verderop, werd nagezien en ververst met een nieuwe opdracht. Als we dan in havens lagen, was het water meestal te vuil om te zwemmen of er stond teveel stroom.
Toch had vader een manier gevonden om ons van watervrees te bevrijden.
Wanneer wij op de Rijn op sterk stromend water voor anker lagen, kregen wij kinderen, om de beurt een touw om ons middel gebonden en moesten wij, vanaf de kop (voorkant van het schip) overboord springen. Het was een lang touw van zo’n zestig meter lang. Door de sterke stroming van het water, werden wij wijd uitgewaaierd en kwamen tenslotte terug bij de kont van het schip (is de achterkant) aan.
Ook kregen wij, als het warm weer was een puts water over ons hoofd om ons te wassen. “Waren we gelijk goed wakker”, zei hij dan.
Dat was wel even naar adem happen hahaha.
Meer van de spanning dan dat we het benauwd hadden hoor.
Ik herinner me nog dat ik geen normaal zwempak had.
Mijn moeder had voor die gelegenheid mijn mooie, roze (zelfgebreide) borstrok met een veiligheidsspeld tussen mijn benen vastgemaakt.
Ik vond het maar een eng iets, veronderstel zeg dat die speld los zou laten………….Maar, mijn moeder was onvermurwbaar en daar ging ik dan, als indertijd elfjarige, met die speld tussen mijn benen.
Later was het water voor ons zo een vanzelfsprekendheid.
We zagen geen gevaar en een oom van mij, was er later trots op mij regelmatig uit het water te hebben gevist. Al liep ik over loopplanken van 25 centimeter, hing ik aan een lange zwierboom, waarmee ik over een vrij grote afstand over het water naar de wal werd gezwierd en hing ik ondersteboven met mijn hoofd op korte afstand van het water buitenboord om het koper te poetsen van de patrijspoorten of andere bezigheden die met het varen te maken hadden
Maar……………hahahaha! Ik ben er nog steeds hoor.
Nee, zwemmen heb ik nooit geleerd, al zou ik nu misschien wel blijven drijven door de extra’s die ik heb opgebouwd in het leven.
Maar angst voor het water en zwemmen leren, heb ik nooit gekend.
Mieke van den Tol